Een maatje voor je konijn
Konijnen leven in de natuur in groepen, ook als huisdier hebben ze heel graag gezelschap van een soortgenoot. Konijnen vinden het fijn om tegen elkaar aan te liggen. Voor buiten konijnen is dit ook een manier om warm te blijven. Konijnen spelen en rennen samen en houden zich op die manier actief. Dat is goed voor hun gezondheid omdat het bijvoorbeeld helpt de darmwerking te stimuleren en botten en spieren sterk te maken. Konijnen vinden ook steun bij elkaar als ze bang of ziek zijn. Een angstig konijn kan zich erg optrekken aan een maatje dat wat dapperder is.
Koppelen
Een geslaagde match draait dus om de goede combinatie. De beste combinatie is een ram (mannetje) en een voedster (vrouwtje). In elk geval moet de ram gecastreerd worden. Het is ook verstandig om de voedster te laten steriliseren. Dat heeft voordelen voor haar gezondheid, want voedsters krijgen op latere leeftijd vaak baarmoederkanker.
Er zijn konijnen in allerlei soorten en maten. Bij een dwergkonijn kan dus best een Franse hangoor. Wel moet u natuurlijk oppassen als het grootste konijn erg fel of dominant gedrag vertoont, want dan wordt het verschil in grootte een risico.
Bij het koppelen is het niet zo belangrijk hoe oud het dier is. Heel jonge dieren, tot ongeveer 3 maanden kunnen gemakkelijk bij elkaar gezet worden. Houdt wel rekening in een man – vrouw combinatie dat ze gescheiden moeten blijven tot één van beide gecastreerd/gesteriliseerd is. Bij twee jonge konijnen van hetzelfde geslacht kunnen er problemen optreden op het moment dat de hormonen gaan werken, zo vanaf een maand of 3. Ze kunnen dan gaan vechten. Een jong konijn kan bij een volwassen konijn worden gezet, maar doe dat niet met een te jong konijn. Wacht dan tot het konijn een maand of 3 is. Bij volwassen konijnen maakt de leeftijd niet uit. Wel kan het handig zijn op het temperament te letten. Voor een bejaard, jong konijn kan een jong, fel en actief konijn wat teveel van het goede zijn.
Om een grote kans van slagen te hebben is het sterk aan te raden om uw eigen konijn zelf zijn keuze te laten maken. Natuurlijk heeft u ook zelf voorkeuren. Neem dus als het kan uw eigen konijn mee zodat u kunt testen of de combinatie de kans van slagen heeft. Als ze een goed koppel vormen vind u het nieuwe konijn vast ook heel leuk.
Als u eenmaal weet waar uw potentiële partner vandaan wilt halen , moet u zich realiseren dat u de konijnen nooit zomaar bij elkaar kunt zetten! De kans is groot dat zoiets op gevechten uitdraait.
Om twee konijnen kennis te laten maken heeft u een neutrale ruimte nodig. Dat is een ruimte waar geen van beide konijnen geweest zijn. En die geen territorium is voor één van beide konijnen. Als de ruimte te klein is worden ze teveel naar elkaar toe gedwongen waardoor ze teveel stress kunnen hebben, maar als de ruimte te groot is zullen ze elkaar misschien blijven ontlopen en komt er niks van kennismaken. U kunt ook een ruimte afzetten met een losse ren zowel in de kamer als in de tuin. Gebruik nooit een afgesloten hok voor het koppelen, want daar kunt u niet snel bij als het fout mocht gaan.
Tijdens het koppelproces kunt u de konijnen niet zonder toezicht alleen laten. Ze zullen dus beide een eigen verblijf nodig hebben. U heeft dan twee kooien nodig. Soms kunt u bij een opvang een kooi lenen. U kunt ook het konijnen verblijf in twee delen scheiden, bijvoorbeeld met gaas. Let er wel op dat de konijnen elkaar niet door het gaas heen kunnen bijten. Het is prettig voor de konijnen als ze ook even uit elkaar zicht kunnen zitten zodat ze rust hebben. Door een stuk karton half tussen de hokken te schuiven. Of een schuilplek waar ze beide kant zowel in en uit kunnen.
Het definitieve verblijf van de twee konijnen moet natuurlijk wel groot genoeg zijn. Ze moeten er in kunnen liggen, lopen, rechtop staan en er moet genoeg plek zijn om beide konijnen een eigen schuilplaats te geven. Als twee konijnen in een te kleine ruimte moeten samenleven, kunnen er problemen ontstaan.
Cupido een handje helpen
Soms kunnen wat trucjes de koppeling een beetje de goede kant opsturen. Als de konijnen allebei goed aan mensen gewend zijn en van aaien houden, kunt u bij de konijnen in de ren gaan zitten en ze aaien als ze bij elkaar in de buurt zijn. Soms kunt u het zo sturen dat ze met hun neuzen bij elkaar liggen terwijl u beide konijnen over hun kop aait. Op die manier krijgen ze een prettige ervaring terwijl ze dichtbij elkaar in de buurt zijn. Als een van beide veel jaagt en de ander steeds wegrent, of eentje snel schrikkerig reageert terwijl de ander in feite niks agressief doet, kan het helpen eerst het dier te aaien wat niet jaagt zodat die ander de gelegenheid krijgt om te komen snuffelen. Uiteraard werkt dit alleen als beide konijnen u vertrouwen!
Lekker vers hooi of ander groenvoer wat geschikt is kunnen ervoor zorgen dat konijnen samen gaan eten. Strooi dit uit of geef ze allebei bij elkaar in de buurt wat lekkers. Let wel goed op hoe de reactie is, want als één van de konijnen zijn of haar eten wilt verdedigen dan werkt dit natuurlijk niet goed. In dat geval kunt u beter kleine beetje uit de hand voeren, allebei tegelijk een stukje. Ook is het belangrijk dat ze beide gewend zijn aan het lekkers wat je ze geeft.
‹ Terug naar overzicht